door Makke Vollenhoven (doet de Leergang Samenlevenskunst)
Toen ik anderhalf jaar geleden begon met de opleiding “samenlevingskunst” begreep ik dat ik in het tweede jaar iets concreet zou gaan bijdragen aan de nieuwe samenleving. Ik zou gaan manifesteren! Dat klonk krachtig, wauw! Dat dat meteen ook een gevoel van beklemming opleverde werd ik me gaandeweg pas bewust. Halverwege het eerste jaar kwam dat beklemmende gevoel meer en meer omhoog. Wat kan ik, als pedagoog, nou bijdragen aan die nieuwe eerlijke wereldwijde economie? Die vraag bleef ik maar aankijken. En de vraag ging mij aankijken.
In dat eerste jaar onderzochten we met elkaar intensief wat voor mensbeeld hieraan ten grondslag ligt. Mensbeeld…? Eureka! Daar bèn ik toch van? Hoe zit het met het “kleine mens” beeld? Als we in de nieuwe economie anders gaan denken over geld, wat betekent dat dan voor hoe we kinderen leren met geld om te gaan? Geven we dan nog zakgeld? Wat is vrij-gelijk-samen eigenlijk in de opvoeding?
En wham, daar kwam een hele dot energie los en de beklemming was weg.
Hier kan ik wat mee. Het antwoord kwam ineens naar me toe, over me heen zelfs. Hoera! Blij! Maar na een poosje voelde ik weer een nieuwe beklemming.
HOE DAN?
En een stemmetje zei: Kleine stapjes, kleine stapjes, kleine stapjes…
In het tweede leerjaar zijn we met onze groep aan de slag gegaan met de zes sleutels* Ik wil veel oefenen, de werkzaamheid ervaren, kilometers maken, antwoorden vinden.
Toen kwam vanzelf de vraag in mij op: Zouden de zes sleutels ook werken voor de opvoedkunst??
Ik deed een oproep binnen de gemeenschap van Economy Transformers: Wie wil meedoen om dit thema te onderzoeken?
“wat kunnen de zes sleutels betekenen voor de opvoedkunst”
We komen op een ochtend met drie mensen bij elkaar om het onderzoek te starten. We spreken af dat we bij nul beginnen, bij het niet weten. Het gesprek gaat al gauw over het woord opvoedkunst. Past dat woord wel bij vrij-gelijk-samen? Wat voelen we bij het woord “opvoeden”? Het roept nogal wat bij ons op en we nemen de tijd om hier goed bij stil te staan. Wàt een beladen woord is het eigenlijk. Voeden, dat mag natuurlijk. Dat moet zelfs. Maar het maakt veel uit wat je verstaat onder “voeden”.
Denken we dan aan het aanbieden van “voedsel”; eten, speelgoed, muziekles, goede manieren, normen en waarden? Misschien zelfs ook aan de CITO, inclusief de door de school aangeboden mindfulnesstraining om de spanning voor deze toetsen te reduceren? Hoe is het dan met de keuzevrijheid van het kind dat al die voeding krijgt voorgeschoteld? Is er een moment dat je beter kan stoppen met (op)voeden?
Belangrijke vragen.
Ons onderzoek gaat verder.
Laurien , één van de drie onderzoekers, vertelt dat zij tijdens haar werk samen met een groepje kinderen in een tuin aan bloemen ruikt. Zij ontdekken dat iedere bloem een andere geur heeft. Is het dan belangrijk dat zij weten hoe die bloem heet, vraagt zij zich af? Dit plantje, dat begon als zaadje, mocht in alle vrijheid, in zijn eigen specifieke omgeving, (zonder CITO-toets!) zó opgroeien dat het nu deze bloem kan dragen…..
En ineens is daar de geboorte van het woord “opgroeikunst”.
We worden er even stil van. En meteen voelen we hier ruimte bij. Veel ruimte. Mooie ruimte. Lege ruimte. Op-groei-kunst! Op-groei-ruimte.
Dit groeien is zelfs niet alleen voorbehouden aan kinderen, maar aan iedereen. Voor àlle mensen van geboorte tot aan de dood, maar ook voor de dieren en de planten. Voor de hele aarde!
Is dat niet wat we voor ogen hebben als we over vrij-gelijk-samen spreken?
Deze term gaan we inzetten voor ons verdere onderzoek.
Wordt vervolgd….
In mijn droom liep ik een winkel binnen.
Achter de toonbank stond een engel.
Ik vroeg: “Wat verkoopt u hier?”.
“Alles wat u maar wilt,” zei de engel.
“O,” zei ik, “echt waar?
Ik wil graag vrede op aarde.
Geen honger en armoede meer.
Gezondheid en onderdak,
vrijheid en respect voor iedereen”.
“Wacht even,” zei de engel.
“U begreep me verkeerd.
Wij verkopen hier geen vruchten,
Alleen maar zaden.
Die kunt u dan zelf zaaien”.
(Bron: onbekend)
* de zes sleutels is een bekend begrip binnen de opleiding Samenlevingskunst en je kunt er meer over lezen in het boek van Damaris Matthijsen: vrij gelijk samenleven)