Over de omgang met onszelf, elkaar en de Aarde? (deel 2)

Over de omgang met onszelf, elkaar en de Aarde? (deel 2)

Het is 19 maart 2021. Een jaar geleden zaten we aan het begin van de Corona-crisis. Voor Jac de aanleiding om te gaan bloggen over de vraag: wat leert Corona ons over de omgang met onszelf, elkaar en de Aarde? Vorige week interviewde ik (Ameleih) hem en bleven we steken bij “de noodzaak om jezelf te transformeren als je de samenleving wil transformeren, een proces waar Jac zelf midden in zat”. Op dit moment heb ik contact met een versie van hem in het jaar 2036.

Ameleih: “Goedendag Jac, hoe is het met je? Welke dag is het bij jou? Hoe oud ben je intussen? Waar woon je? Hoe woon je? En met wie? Hoe is het weer daar?”

Jac: “Goedemorgen Ameleih, wat fijn om je te spreken. Het menselijke innerlijke vermogen staat voor niets in deze tijd. En wat een vragen allemaal. Het gaat goed met me, nog steeds bezig met m’n innerlijke transformatieproces, want dat zal nooit ophouden. Vandaag is het 2 augustus 2036, we vieren de 65ste verjaardag van Damaris, mijn levenspartner. Zelf ben ik intussen 71 jaar oud, bijna 72. We wonen in leefgemeenschap die zich ontwikkelt vanuit de principes vrijgelijk,samen, gewoon in Nederland. Het is een prachtige zomerse dag vandaag. Het graan rijpt op de velden, lekker ouderwets met rode klaprozen en blauwe korenbloemen. Dank je. Hoe is het met jou?”

Ameleih: “Van harte gefeliciteerd met Damaris. Ik ben vooral nieuwsgierig naar hoe de wereld vijftien jaar na de Corona-crisis eruitziet. Het gaat goed met mij hoor. Ook ik ben bezig met mijn innerlijke transformatieproces. Op dit moment oefen ik mijn fantaserende denken en het innerlijke vermogen om boven de tijd uit te stijgen. Hoe ziet de samenleving er over vijftien jaar uit, Jac?”

Jac: “De gepolariseerde samenleving van vijftien jaar geleden heeft zich doorgezet in enerzijds wat wij nog steeds ‘het systeem’ noemen, de voortzetting van de parlementaire democratie en vrije markt economie die we toen hadden, de neo-liberale sociaal-democratie, zeg maar; en anderzijds verschillende leefgemeenschappen die als een soort omgekeerde reservaten overal in het systeem zijn ontstaan. In die gemeenschappen experimenteren mensen met nieuwe vormen van onderwijs, besluitvorming, energievoorziening, architectuur, communicatie, economie, geld… Wij wonen dus in zo’n gemeenschap.”

Ameleih: “Omgekeerde reservaten?”

Jac: “Ja, in Australië en Amerika had je reservaten voor de oorspronkelijke bevolking, Aboriginals, Native-Americans. Deze omgekeerde reservaten zijn gebieden, uitsparingen in het syste em, waar mensen ongeacht oorsprong, ras, geloof, geslacht, geaardheid nieuwe vormen van samenleven ontwikkelen.”

Ameleih: “Maak je als uitsparingen in het systeem niet ook nog deel uit van dat systeem?”

Jac: “Wij leven in vreedzame co-existentie met het systeem. We betalen een vorm van belasting in ruil voor bestaansrecht, bescherming en respect voor onze manier van samenleven. De grond onder onze voeten hebben we als gemeenschap vrij gekocht uit het geldsysteem van het systeem zeg maar.  Niemand heeft hier iemand anders in loondienst, we werken en leven samen op basis van gelijkheid. We hebben een manier gevonden om de bijdragen die een ieder van ons levert aan het geheel in de gemeenschap te vereffenen. Ziekenzorg is geregeld, evenals het pensioen. We ontwikkelen een eigen vorm van geldschepping, -roulatie en -vernietiging. In onze materiële behoeften voorzien we zoveel mogelijk zelf. Voor zover dat niet lukt, drijven we handel met andere leefgemeenschappen. Feitelijk is er een parallelle economie ontstaan naast die van het systeem. Tegelijkertijd ervaren we een overvloed aan tijd voor onze zorg voor elkaar en werken aan innerlijke groei en ontwikkeling.”

Ameleih: “In hoeverre heeft Corona het ontstaan van deze gemeenschappen bespoedigd?”

Jac: “Al eerder vertelde ik dat tijdens Corona de gezondheid van de mens centraal kwam te staan in de samenleving. Het produceren om geld te verdienen viel stil. In onderling overleg werd capaciteit op behoefte afgestemd. Veel mensen werden toen wakker. Als geld verdienen en winst maximaliseren niet meer het doel was, maar het afstemmen van capaciteit op behoefte, productie op consumptie, dan was er misschien wel veel minder productie nodig. En inderdaad! Er werd berekend dat de wereldwijde productie zeker met de helft kon worden teruggeschroefd om toch voldoende middelen te hebben die voorzien in de materiële behoeften van alle mensen wereldwijd. Tijdens Corona werd duidelijk dat er heel veel gewerkt moest worden om dividend uit te kunnen keren aan aandeelhouders of pacht te betalen aan grondbezitters. Terwijl aandeelhouders en grondbezitters feitelijk niets leverden.

En met de afname van productie nam ook het afval en de vervuiling af. Er was veel minder energie nodig. De lucht werd schoner, vissen zwommen in de rivieren, vogels waren duidelijk hoorbaar, de bijen blij. Veel meer mensen hadden veel meer tijd om voor elkaar te zorgen, samen muziek te maken, met elkaar te dansen, samen te wandelen, gezellig te tafelen of nog andere dingen te doen wat de mens goed doet.

Tijdens de Corona-crisis kon ook niet meer gesport worden, het voetbal stopte, Wimbledon ging niet door, de Tour de France, evenals de olympische spelen werden eerst uitgesteld en toen afgesteld, bands konden niet meer optreden, orkesten zegden hun concerten af, theatervoorstellingen gingen niet meer door. En wat gebeurde er? Opeens bleek iedereen wel een sporter, kunstenaar, muzikant, acteur, wetenschapper of auteur te zijn. Op allerlei nieuwe manieren werd gemusiceerd, gesport, gebeeldhouwd, geschilderd, geacteerd, onderzocht en geschreven.

Mensen werden wakker tijdens Corona voor de mogelijkheid om op andere manieren samen te leven.”

Ameleih: “Wacht even… zeg je nu eigenlijk, dat als je stopt met handel in kapitaal en grond, dat er dan veel minder geld nodig is? En dat er dan veel minder gewerkt hoeft te worden?”

Jac: “Ja, dat zeg ik. Er hoeft veel minder gewerkt te worden in de economie en dus kunnen mensen veel meer werken in de zorg en het onderwijs, in de wat we in 2020 de cultuursector noemden.”

Ameleih: “Leg dat nog eens uit, alsjeblieft? Voor de lezers die nog midden in de Corona-crisis zitten en zich afvragen wat de economische consequenties waren van die crisis.”

Jac: “Let wel, in het systeem wordt met economie, geld verdienen en winst maximaliseren, bedoeld, liefst met zo min mogelijk inspanning. In de leefgemeenschappen begrijpen we economie als het produceren, distribueren en consumeren van economische waarden. Graag vertel ik je hoe we dat hier zien en geregeld hebben.”

Ameleih: “Eerst nog even terug naar de tijden van Corona. Mensen werden wakker zeg je. Waar werden ze wakker voor?”

Jac: “Banken en bedrijven stopten met het uitkeren van dividend, simpel omdat er geen omzet meer werd gedraaid. Meer en meer mensen werden wakker voor het feit dat een elite van aandeelhouders en grondbezitters zich lieten betalen voor het feit dat ze grond hadden of aandelen van bedrijven of banken, zonder dat ze enige prestatie leverden. In de jaren voor de crisis werden miljarden en miljarden dividend uitgekeerd, terwijl er bezuinigd werd op zorg en onderwijs. Bepaalde mensen zeiden dat uitkeringstrekkers op kosten leefden van de samenleving, terwijl zij zelf dividend opstreken zonder ook maar één prestatie te leveren! Wie leefden er nu op kosten van wie?

Ameleih: “Ja. En?”

Jac: “Tijdens de crisis begrepen steeds meer mensen dat de Aarde van iedereen was. En dat de cultuur door iedereen werd gecreëerd. Wat als de Aarde en het Kapitaal uit het geldsysteem werden gehaald? Wat als niemand meer bij iemand anders in loondienst hoefde te werken? Dan konden werkgever/werknemer-relaties worden ontbonden, werkgevers- en werknemersorganisaties worden opgedoekt. Nieuwe vormen van samenwerken konden worden gecreëerd. Producten werden goedkoper, want rente- en aflossing, dividend, pachtprijzen, hoefden niet meer in de prijzen van de goederen doorgerekend te worden.”

Ameleih: “Dus Corona heeft het ontstaan van die leefgemeenschappen bespoedigd?”

Jac: “Ja. Corona heeft het vormen van een nieuwe economie en samenleving versneld. Steeds meer mensen stelden de gezonde omgang met zichzelf, de ander en de Aarde centraal. Hoe? Door de productiemiddelen kapitaal, arbeid en grond tot gemeenschappelijk bezit te maken. Daardoor viel de concurrentiestrijd om zoveel mogelijk bezit weg, dat leverde alleen maar ellende op en een steeds groter groeiende kloof tussen rijkdom en armoede. Maar ja, dat lukte alleen als je jezelf weet te transformeren van een ego-gedragen naar een hart-gedragen mens.”

Ameleih: “Voor we het gaan hebben over de noodzaak om jezelf te transformeren als je de samenleving wilt transformeren, nog één vraagje: uit hoeveel zielen bestaat jullie gemeenschap eigenlijk?”

Jac: “Onze gemeenschap telt ruimt 6000 mensen. De kleinste soortgelijke gemeenschappen bestaan uit zo’n 200 mensen rond één primaire productiebedrijf, een boerderij zeg maar, de grootste hebben zo’n 40.000 inwoners in uitgebreide wat ik noem permacultuurlandschappen. Die zijn niet in Nederland, maar in voorheen dunbevolkte gebieden aan de randen van Europa en elders in de wereld, vaak door het systeem eerst leeggezogen en uitgeput, en toen grotendeels verlaten. Maar door de transformatiekracht van de nieuwe mens in die gebieden bloeiden niet alleen de mensen zelf op, maar ook de landschappen die ze betrokken.”

Ameleih: “Jij bent nog steeds bezig met je innerlijke transformatieproces zeg je.”

Jac: “Zoals je weet begonnen we zo’n vijf jaar voor Corona met de Economy Transformers Academy, die aansloot bij de school van Plato. Ik zei het bijna nooit hardop, maar ik wilde er een moderne mysterie-school van maken. In de tijd van het oude Egypte en de megalithische cultuur gingen de priester-koningen, de farao’s, de druïdes en verder alle mensen die leiding gaven, zij dus die de samenlevingsvormen van toen bestuurden, naar zogenoemde mysterie-scholen in allerlei vormen. Daar werden ze ingewijd in het mens-zijn. Mens, ken jezelf!, stond aan de binnenkant van de poort die toegang gaf tot de tempel van Delphi, ook zo’n mysterie-school. Eigenlijk werd je ingewijd in de continue wisselwerking van de mens als micro-kosmos en het hele universum als macro-kosmos. Vóór Plato zijn school stichtte, onderging hij zelf een inwijding in zo’n mysterie-school. Bijna 3000 jaar na het sluiten van de oude mysterie-scholen was het mijns inziens tijd voor het ontstaan van nieuwe mysterie-scholen, vrije ruimten waarin mensen, alle mensen, zich konden verdiepen in zichzelf en hun relatie tot het geheel. Ken jezelf!, schreef ik boven de deur van het Veerhuis, doe- en kennishuis voor een nieuwe economie en samenleving. Niet dat ik een mysterie-leraar was, integendeel, ik zag mijzelf juist als een mysterie-leerling van de mensen die bij ons cursussen volgden of de leergang Samenlevingskunst deden. Het enige wat ik deed was mensen helpen, mezelf incluis, hun angst, haat, twijfel om te zetten in initiatieven. Werden de oude samenlevingen van buiten- en bovenaf gevormd door geïnitieerden, de nieuwe economie en samenleving moest mijns inziens van binnen- en onderuit ontstaan door de initiatieven van mensen die werkten aan hun innerlijke transformatie van angst, haat en twijfel in moed, liefde en vertrouwen.”

Ameleih: “En hoe zit dat met betrekking tot het geldsysteem?”

Jac: “Dat is niet zo ingewikkeld hoor, het is een of of situatie, of je stelt je denken en handelen in dienst van het geld, het maximaliseren van de winst, het streven naar zoveel mogelijk bezit, of je stelt je denken en handelen in dienst van de gezondheid, het helen en ontwikkelen van de mens en de Aarde. Om je niet meer te laten bepalen door het geld, heb je je angst om te zetten in moed, je zorgen in vertrouwen. Dat was de missie van Economy Transformers.”

Ameleih: “En het sloeg aan?”

Jac: “Dat ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Uiterlijk gezien hadden we de eerste jaren hooguit 20 deelnemers. Soms moesten we op een houtje bijten om rond te komen. Destijds moesten we immers nog gewoon rente- en aflossing betalen voor de hypotheek op ons huis. En de spullen werden steeds duurder. Zeker de helft van wat we betaalden voor onze levensmiddelen ging naar de bezitters van grond en aandelen. Maar innerlijk schiepen we ruimte. Ook maatschappelijk. Destijds benoemde ik mezelf tot hoogleraar en nodigde iedereen uit dat ook te doen. Om de soevereiniteit van het individu te declameren. Ook creëerden we eigen rechtsvormen, omdat we ons niet in de bestaande rechtsvormen wilden organiseren, het DeelGenootschap. We droegen bij aan het realiseren van nieuwe structuren voor Grond, Arbeid en Kapitaal als common, nieuwe vormen van beheer en toewijzing, nieuwe vormen van eigendom. We schiepen ruimte om vrij te denken en te handelen, om op een nieuwe manier onze onderlinge betrekkingen te regelen. Bovendien waren er in die tijd al overal van dit soort initiatieven, waar we ons in ieder geval innerlijk, maar vaak ook uiterlijk mee verbonden. Ja, ik geloof dat we als Economy Transformers in het collectieve bewustzijn, in het morfogenetisch veld zeg maar, wel degelijk van betekenis waren. We schiepen ruimte om in vrijheid ons te richten op een nieuwe economie en samenleving. Los van de bestaande structuren, los van de reguliere wetenschap, los van de parlementaire besluitvorming, gereguleerde arbeidsverhoudingen, los van het maximeren van de winst, enzovoorts. Wat mij betreft was Economy Transformers overal daar waar twee of drie mensen out of the box bezig waren met samenlevingsvraagstukken.”

Ameleih: “En hoe is het bij jou nu? In het jaar 2036?”

Jac: “In de leefgemeenschappen bestaat nu werkelijke vrijheid van onderwijs. Iedereen mag zich nu leraar noemen. Leerlingen of de ouders van leerlingen kiezen zelf hun leraren. Corona hielp bij de bevrijding van het onderwijs uit de greep van de staat. Van de een op de andere dag stopten toen immers de scholen. Ouders namen het onderwijs gewoon over, ze leerden hun kinderen op een nieuwe manier kennen, de vragen die zij hadden, de leerbehoeften en leerwijzen van hun kinderen, en stemden daar hun lessen op af. Veel ouders vonden het maar niks, hun kinderen les geven, tegelijkertijd bleek onder ouders onderwijstalent te zitten. Ook daar werd het uitgangspunt de leerbehoeften van de kinderen, die nu werden gezien door hun opvoeders, en niet meer de leerdoelen door de overheid gesteld. Leerdoelen werden zelf gesteld, lesmateriaal werd zelf gemaakt, nieuwe vormen van onderwijs ontstonden op basis van verschillende pedagogische visies. Alleen het leven kon leren welke visies vruchtbaar waren en welke niet. De staatspedagogie werd lang niet altijd meer als vruchtbaar ervaren. Mensen die zichzelf tot leraar maakten op basis van onvruchtbare ideeën kregen simpelweg geen leerlingen en moesten zich bezinnen op hun eigen innerlijke gronden. Na de crisis gingen niet alle kinderen meer terug naar school. Burgerscholen schoten als paddestoelen uit de grond. Er werden nieuwe vormen van financiering ontwikkeld. De kwaliteit van het onderwijs werd door de ouders zelf bewaakt. De kiemen van de huidige leefgemeenschappen werden gelegd.”

Ameleih: “En Economy Transformers?”

Jac: “Die hebben we opgedoekt. Ik geef nu leiding aan de Academie in onze leefgemeenschap Vrij, gelijk, samen. We hebben 323 leerlingen van 4 tot en met 26 jaar. Er zijn nog andere scholen in onze leefgemeenschap. Andere leefgemeenschappen hebben soortgelijke scholen. We staan in een levendige verbinding met elkaar, wisselen regelmatig kennis en ervaring uit, sowieso is alles ‘open source’ zoals dat in 2020 werd genoemd.”

Ameleih: “En de economie dan? Waar is die gebleven?”

Jac: “Destijds als Economy Transformers maakten we al onderscheid tussen enerzijds het culturele leven en anderzijds het economische leven. In het culturele leven staat zorg en ontwikkeling van de mens centraal. Dat leven dient ons inziens vrij te zijn. Dat hebben we nu dus gerealiseerd. En in het economische leven staat, zoals ik al eerder zei, de productie, distributie en consumptie van economische waarden centraal, het voorzien in de materiële behoeften van de mens. In de leefgemeenschap gaan we uit van de behoefte, materieel of immaterieel en daar stemmen we in goed onderling overleg onze capaciteit op af. Geld heeft een hele nieuwe betekenis gekregen in onze samenleving.”

Ameleih: “Vertel!”

Jac: “Tijdens Corona viel de wat toen heette hele culturele sector stil. Wat gebeurde er? Acteurs, auteurs, dichters, musici, beeldende kunstenaars… Op allerlei manieren bleven ze zich uiten. Op balkons, tussen de schuifdeuren, via YouTube, tot genoegen van iedereen eigenlijk. Gewoon vrij. Omdat ze geen geld meer konden verdienen met hun kunst. Tegelijkertijd bleek zorg en onderwijs opeens tot de vitale beroepen te horen. Vooral in de zorg werden alle zeilen bijgezet. Hoe kon het dat in de jaren ervoor maar werd bezuinigd op de zorg terwijl aan de andere kant miljarden werd uitgekeerd aan aandeelhouders van grote bedrijven als Shell, Unilever en Philips. In onze leefgemeenschap hebben we alle mensen tot aandeelhouder gemaakt van de bedrijven die in materiële behoeften voorzien. Hoe we dat precies doen, leg ik je graag uit als je wil. Wat blijkt! Steeds minder mensen hoeven steeds minder te werken in het economische leven en steeds meer mensen hebben steeds meer tijd om voor elkaar te zorgen, muziek te maken, te wandelen, verhalen te vertellen, onderzoeksprojecten te ontwikkelen of huizen te beschilderen en tuinen te verzorgen in het culturele leven.”

Ameleih: “Het is alweer tijd, Jac, we moeten afronden, we zijn nog steeds niet uitgepraat. Ik begrijp dat over vijftien jaar overal leefgemeenschappen zijn ontstaan waar mensen nieuwe vormen van samenleven ontwikkelen. Jij leeft in een vrij, gelijk, samenleefgemeenschap. Daarin staat het helen en de ontwikkeling van de mens centraal, de immateriële behoefte om jezelf te ontwikkelen tot een waardig mens en anderen mensen uit te nodigen dit ook te doen. Jullie stellen jezelf tot doel elkaar mogelijk te maken, begrijp ik. De soevereiniteit van de individuele mens is het uitgangspunt én het feit dat iedereen deel uitmaakt van één geheel. Enerzijds ontwikkelen jullie een vrij cultureel leven. Dat is het gemeenschappelijk gecreëerde kapitaal, zeg je. Een continu proces begrijp ik. Anderzijds stellen jullie gezamenlijk, in goed onderling overleg, zeg je, de economie, het produceren, distribueren en consumeren van economische waarden, in dienst van het helen en ontwikkelen van mensen. Je hebt het over de noodzaak om innerlijk te transformeren om onder andere het geldsysteem te kunnen transformeren. Weliswaar ontstaat er bij mij een beeld nu van een toekomstige vrij, gelijk, samen-samenleving. Toch heb ik nog een paar grote vragen: hoe hebben jullie je onderlinge betrekkingen geregeld? Hoe vindt besluitvorming plaats in jullie leefgemeenschap? En last but not least: hoe functioneert jullie geldsysteem eigenlijk?”

Jac: “Je vraagt eigenlijk naar hoe we vrij afstemmen op samen, hoe we de ontwikkeling van de individuele mens en het verzorgen van dat ene Aarde-lichaam tegelijkertijd waarmaken, hoe we tussen het culturele- en het economische leven, een rechtsleven vormen. Graag ga ik daar in een volgend gesprek dieper op in. Mag ik je dan ook voorstellen aan enkele medewerkers van mij die zijn geboren in het post-Corona-tijdperk?”