Vragen van lezers aan Faizah (tweede ronde)

Vragen van lezers aan Faizah (tweede ronde)

In Het Vierde Scenario interviewt Jac Hielema zijn achter achter achter achter kleinkind Faizah de Souza Meiriri in het jaar 2192. Zij is dan 30 jaar oud en één van de medewerkers van een kapitaalorgaan in een vrij, gelijk, samenleving. Onmiddellijk na lezing van zijn boek vond Damaris Matthijsen dat hij een aantal vragen vergeten was te stellen. Daarom stelt Jac nu zijn lezers (van Het Vierde Scenario dus, hier te bestellen: boeken bestellen) in de gelegenheid om de nog niet gestelde vragen alsnog te stellen. Alle vragen zullen worden beantwoord en als blog op deze site worden gepubliceerd. De beste vragen zullen terecht komen in het tweede boek van Jac: Van vóór Christus tot ná Crowdfunding, over verleden, heden en toekomst van het geld.

Faizah: Maar je had vragen van lezers zei je?

Jac: Ja, dat klopt, dat zou ik bijna vergeten… Eh… Graag wil ik beginnen met een kritiek van Tom Saat op Het Vierde Scenario en een aantal vragen dat ik je tot nu toe volgens mijn lief Damaris ben vergeten te stellen. 

Faizah: Begin maar met de kritiek van Tom Saat.

Jac: Na het lezen van mijn eerste boek Het Vierde Scenario en mijn gesprek daarin met jou, vindt Tom Saat dat ik een te Marxistische kijk heb op kapitaal. Volgens hem zie ik kapitaal als iets statisch dat door leken – jij bent door middel van loting voor een termijn van acht jaar lid geworden van dit kapitaalorgaan – wordt toegewezen aan initiatieven. Tom Saat ziet het kapitaalorgaan waar jij onderdeel van bent dus als een ouderwets communistisch centraal geleid toewijzingsorgaan. Omgekeerd vind ik de visie van Tom Saat op kapitaal weer veel te liberaal. Hij spreekt over rente als uitdrukking van ondernemerschap in de economie. En de rol die een goed functionerend bankwezen heeft te vervullen “in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van kapitaal”. De risico’s liggen volgens hem ouderwets bij de investeerders. Investeerders dus die ondernemers met goede ideeën helpen hun ideeën te verwerkelijken en hen een goede return on investment bezorgen.

Faizah: Ik begrijp de verwarring wel. Dat ik een centraal geleid toewijzingsorgaan zou zijn. Waarschijnlijk heb je niet duidelijk genoeg benoemd dat het kapitaalorgaan niet een toewijzingsorgaan is, maar het ‘goede onderlinge overleg’ waarin kapitaal wordt uitgewisseld en toegewezen faciliteert. Laten we hier nog eens goed naar kijken, hoe helderder de begrippen hoe beter het je je kunt verbeelden.

Jac: Verandert de toekomst eigenlijk naarmate ik begrippen helderder en levendiger krijg? Ik bedoel, hoe levendiger ik me de toekomst weet te verbeelden, hoe makkelijker het voor jou wordt?

Faizah: Zeker. Ik lig nog niet vast. En toch ben ik er al, precies zoals jij me denkt. Hoe zuiverder je denkt, hoe meer mogelijkheden jij creëert voor mij. Hoe meer je mij mogelijk maakt als het ware. 

Jac: Laten we dan eerst nog een keer naar het begrip ‘kapitaal’ kijken. Wat is kapitaal?

Faizah: Dat heb je in je eerste boek al duidelijk omschreven als ‘geest’. Kapitaal verschijnt in eerste instantie in de vorm van goede innovatieve ideeën in de harten en hoofden van individuele mensen. Kapitaal zelf is scheppende geest. Ik bedoel, die innovatieve ideeën, zijn al scheppingen van de geest. Kapitaal is de motor van alle ontwikkeling, al het nieuwe, alle omvorming begint met een idee. Tegelijkertijd is kapitaal iets wat we gezamenlijk creëren. Alle natuur die door middel van door het kapitaal georganiseerde arbeid is omgezet in cultuur is gezamenlijk gegenereerd kapitaal. Wandel maar eens door een stad of door een industriegebied en verwonder je erover dat alles, maar dan ook echt alles, de straten, het asfalt, de stoep, elke afzonderlijke tegel, de tramrails, de trams en de auto’s, de fietsen, de huizen, de fabrieken, de machines in de fabrieken, alles, maar dan ook echt alles is bedacht, ontwikkeld en gemaakt door mensen. Alle kapitaal is ontstaan eerst als idee in individuele mensen en vervolgens wordt dit idee in een proces van overleg en afstemming verwerkelijkt in de vorm van hijskranen, bulldozers, kruiwagens, tafels, stoelen en mobiele telefoons. 

Jac: Als ik rondkijk in jouw tijd zie ik helemaal geen hijskranen, bulldozers en kruiwagens, jullie huizen zien er heel anders uit dan in onze tijd, jullie wegen zijn anders, jullie vervoersmiddelen zijn wonderlijk. Wat is de energie die deze voertuigen voortdrijft? Wat is überhaupt jullie energiebron?

Faizah glimlacht geheimzinnig en gaat niet in op mijn vragen.

Faizah: Kapitaal is dus geest, is de creativiteit van de mensen, verschijnt in eerste instantie als innovatieve ideeën bij individuele mensen, die die vervolgens willen verwerkelijken.

Jac: En dat is dus de grote vraag: hoe verwerkelijk je een goed idee?

Faizah: Door het besluit te nemen het te willen verwerkelijken, door een initiatief te nemen. 

Jac: Het nemen van een initiatief is het verwerkelijken van een idee in de bestaande verschijningswereld?

Faizah: Zo zou je het kunnen zeggen.

Jac: Er is wel een verschil tussen liefdevol invoegen in het bestaande en bruut opdringen aan wat er al is.

Faizah: Kleine initiatieven kun je zo verwerkelijken, het organiseren van een feest of een open podium, het beginnen van een studiegroep of wat dan ook. Het plukken van veldbloemen, ze bundelen tot boeketten en die verkopen langs de huizen. Voor grote initiatieven heb je krediet nodig, het vertrouwen van de gemeenschap waar je deel van uitmaakt.

Jac: Heb je niet altijd het vertrouwen van de gemeenschap nodig waar je deel van uitmaakt? Als niemand je vertrouwt, komt niemand op je feestje. Of krijg je geen deelnemers aan je studiegroep. 

Faizah: Tja… als je het zo bekijkt.

Jac: Je zet je innovatieve idee om in een plan en met dat plan doe je een kredietaanvraag.

Faizah: Precies.

Jac: Waar? Bij wie? Hoe functioneert dat in jouw tijd?

Faizah: In een centraal geleide economie zou je naar een centraal toewijzingsorgaan kunnen gaan en in een liberale economie zoek je investeerders die in jou willen investeren. 

Jac: Okay, maar jij bent geen centraal toewijzingsorgaan en je bent geen investeerder.

Faizah: In een centraal geleide economie kun je niet eens een initiatief nemen, je wordt niet geacht je eigen ideeën te verwerkelijken, maar centrale plannen uit te voeren door middel van een door het centrum toegewezen krediet. Sterker nog, als je een initiatief zou nemen in een centraal geleide economie, dan heb je kans dat je naar een heropvoedingskamp wordt gestuurd. Terwijl je als je in een vrije-markteconomie naar investeerders moet zoeken, de kans groot is dat je je plannen moet aanpassen aan die van de investeerders die hun return on the investment willen maximaliseren.

Jac: Nee! Dus waar ga ik naartoe? Wat doe ik om mijn plan te verwerkelijken?

Faizah: Je sluit je aan bij een kapitaalorgaan dat functioneert op het gebied of in het gebied waar jij je initiatief wilt nemen. 

Jac: Eh… Ik heb een initiatief op het gebied van laten we zeggen ‘schoenen’. Ik heb een 3d-printer voor schoenen uitgevonden. Mensen kunnen zelf hun schoenen ontwerpen, kleur, vorm, materiaal alles en dan kunnen ze het door middel van mijn uitvinding printen. 

Faizah: Dan sluit je je aan bij een kapitaalorgaan dat functioneert in de regio waar je je initiatief wilt verwerkelijken of in de schoenenbranche.

Jac: Ik dacht dat jij het kapitaalorgaan was?

Faizah: Zeker ben ik een kapitaalorgaan, maar ik ben er ‘slechts’ één van velen. Ik faciliteer het ‘goede onderlinge overleg’ in deze regio. Wij voeren boekhouding. We regelen het betalingsverkeer. Wij keren inkomens uit aan mensen die nog niet onderdeel zijn van een initiatief in deze regio. Omdat ze te jong of te oud zijn of ziek of op een andere manier nog niet kunnen functioneren in een initiatief.

Jac: Dat had ik nog vergeten te vragen: of jij het enige kapitaalorgaan was. Je bent dus slechts één van vele kapitaalorganen. Je maakt onderdeel uit van een netwerk van kapitaalorganen?

Faizah: Precies.

Jac: Goed, ik sluit me aan bij een bestaande kapitaalorgaan. Wat is een kapitaalorgaan precies?

Faizah: Jij hebt bijna tweehonderd jaar geleden één van de eerste opgericht. 

Jac: Ja, naar het voorbeeld van Stichting Sleipnir, voor zover ik weet überhaupt het eerste kapitaalorgaan dat in de geest van vrij, gelijk, samen werd opgericht. 

Faizah: Precies. Maar er is één groot verschil tussen de huidige kapitaalorganen en die ene die jij destijds oprichtte. 

Jac: En dat is?

Faizah: Evenals financiers bestaan er geen banken meer hier. Banken konden destijds geld scheppen uit het niets, zoals je ook beschreef in het Vierde Scenario, die functie, het scheppen van geld uit het niets, hebben de tegenwoordige kapitaalorganen. Zij kunnen geld scheppen uit het niets. Dat kon jouw kapitaalorgaan destijds nog niet. Destijds moest jij toch naar financiering zoeken buiten het geldscheppingsproces om.

Jac: Ja, en ik had te maken met investeerders die in eerste instantie geen afstand wilde doen van hun vermogen. Die rente wilden ontvangen op hun geïnvesteerd vermogen. En ik had te maken met de belastingdienst, die helemaal in de war raakte van onze manier van doen en dacht dat we bezig waren met criminele activiteiten. Slechts geleidelijk aan ontwikkelden we een hoeveelheid van wat wij ‘geneutraliseerd’ kapitaal noemden. Kapitaal dat van zichzelf was. Het werd beheerd door de gemeenschap van ondernemingen namens de gemeenschap van burgers überhaupt. 

Faizah: Inmiddels bestaan er tientallen van dit soort kapitaalorganen, die dus net zoals de banken vroeger geld kunnen creëren uit het niets. Die een transparante boekhouding voeren. Die het betalingsverkeer regelen en die inkomens uitkeren.

Jac: Er bestaan dus geen investeerders meer?

Faizah: Of je zou kunnen zeggen dat we als gemeenschap als geheel de investeerder zijn, in onszelf als gemeenschap. En dat elk lid van de gemeenschap aandeelhouder is van alle productiviteit in onze gemeenschap. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het inkomen dat we maandelijks uitkeren het dividend is voor de aandeelhouders. Het geheel leeft van de gezamenlijke productiviteit.

Jac: Ja, dat lijkt me logisch. Dat is in mijn tijd ook zo, alleen deelt niet iedereen mee in de gezamenlijk geproduceerde koek. 

(…)

Wat ik volgens Damaris Matthijsen ook was vergeten te vragen, of er ook zoiets is als een overheid in jouw tijd?

Faizah: Ja en nee.